Ik had onlangs een gesprek met een cliënt. Hij was uitgenodigd door zijn leidinggevende met de vraag of coaching iets voor hem was. Mooi aanbod van zijn leidinggevende. Deze cliënt ging akkoord en kort daarop zitten we samen en naast elkaar in een daarvoor gereserveerde ruimte. De afspraak die we maken is dat we in dit gesprek verkennen wat de coachvraag zou kunnen zijn.
Een blije man was mijn eerste indruk. Erg vriendelijk en sprak zich zelf uit er het beste uit te willen halen. Op mijn vraag waar hij aan wilde werken wist hij niet echt een antwoord. Ik begrijp dat inmiddels wel, waarom zou je gelijk je kwetsbaarheid laten zien? Ik veer met hem mee in zijn blijdschap en tevredenheid. Zijn gelukkige bestaan en alles wat daarmee samenhangt. Ik vraag mij inmiddels wel af waar toch elke keer die lach vandaan komt en ik zie ook zijn zachtheid. Hij deelt wat irritaties maar verder niks bijzonders. Ik zeg nog dat we ook de komende gesprekken gewoon kunnen benoemen hoe blij hij wel niet is. Dat zag hij niet zitten. Op mijn suggestie om het gesprek te beëindigen gaf hij niet thuis. Hij vond het zinvol. Mijn innerlijke puzzel begint inmiddels wat vorm aan te nemen. En stel mijzelf de vraag; wat wil deze cliënt nou niet laten zien, bewust dan wel onbewust? Wat mag onthuld worden wat tot nu toe verhuld blijft?
Uiteindelijk breekt hij op mijn vraag of zijn ouders iets vervelends hadden meegemaakt. Helemaal verrast vertelt hij mij dat zijn vader is overleden toen hij 6 was. Ik leef mee… zijn tranen blijven komen, hij snapt er niks van maar zegt dat het oké is. “Ik sta er zelf nooit bij stil”, misschien is het daar tijd voor zegt hij. We nemen afscheid en hij wil graag de volgende afspraak maken.
Het leven wordt voorwaarts geleefd en achterwaarts begrepen. Hij heeft de moed om achterom te kijken!